Drukte in de ondergrond: Regulering gesloten bodemenergiesystemen noodzakelijk

23-02-2023

Het is druk in de ondergrond. In de Nederlandse bodem ligt circa 2 miljoen kilometer aan ondergrondse kabels en leidingen. Daarnaast wordt grondwater uit de bodem onttrokken ten behoeve van ons drinkwater. Maar de bodem wordt ook voor andere doeleinden gebruikt, zoals de installatie van bodemenergiesystemen. Dit leidt, met name in drukke binnensteden en industriegebieden, tot drukte in de ondergrond. In 2050 heeft naar verwachting 10 tot 30% van de gebouwen in Nederland een bodemenergiesysteem.[1] Regulering van bodemenergiesystemen is daarom noodzakelijk.

In dit blogbericht gaan wij specifiek in op de mogelijkheid voor gemeenten om de installatie en het in werking hebben van gesloten bodemenergiesystemen te reguleren.

Bodemenergiesystemen: wat zijn het?

Er bestaan twee soorten energiesystemen, namelijk open en gesloten systemen. Het verschil tussen deze typen bodemenergiesystemen is dat bij gesloten bodemenergiesystemen geen sprake is van het onttrekken van grondwater, maar een vloeistof in buizen door de bodem wordt geleid.

Gesloten bodemenergiesystemen worden veelal bij woningen en kleine kantoren toegepast. Zo worden in de praktijk veel warmtepompen in huizen aangesloten op gesloten bodemenergiesystemen. Open bodemenergiesystemen (ook wel bekend als "warmte- en koudeopslag") dienen doorgaans voor grootschaliger toepassingen, zoals woonwijken, grootschalige kantoren en bedrijven.

Voorkomen van interferentie

Een toename van het aantal bodemenergiesystemen in de bodem, kan op drukke locaties in de ondergrond leiden tot zogenoemde 'negatieve interferentie' tussen bodemenergiesystemen. Negatieve interferentie heeft als gevolg dat het energierendement van een bodemenergiesysteem afneemt. Het voorkomen van negatieve interferentie tussen bodemenergiesystemen is daarom van groot belang en vormt bij de installatie van nieuwe systemen een belangrijk aandachtspunt.

Op grond van de Wet bodembescherming ("Wbb") kunnen nadere regels worden gesteld in het belang van de bodembescherming, maar ook "ter bevordering van een doelmatig gebruik van bodemenergie".  Opvallend is dat het voorkomen van negatieve interferentie tussen bodemenergiesystemen in de Wbb niet als een bodembeschermingsbelang is opgenomen.

Wel is in artikel 8, derde lid, Wbb bepaald dat ter bevordering van een doelmatig gebruik van bodemenergie – waaronder het voorkomen van interferentie tussen bodemenergiesystemen – bij of krachtens algemene maatregel van bestuur ("AmvB") nadere regels kunnen worden gesteld.

Op 1 juli 2013 is het Wijzigingsbesluit bodemenergiesystemen in werking getreden ("Wijzigingsbesluit bodemenergiesystemen") en is een aantal AMvB's gewijzigd, waaronder het Besluit lozen buiten inrichtingen en het Activiteitenbesluit. [2]

Voor de installatie en het in werking hebben van een gesloten bodemenergiesysteem geldt daarom een meldplicht op grond van het Besluit lozen buiten inrichtingen (buiten inrichtingen) dan wel het Activiteitenbesluit (binnen inrichtingen). Een van de voorwaarden voor het indienen van een melding betreft het aanleveren van een onderbouwing waaruit volgt dat het systeem niet tot "zodanige interferentie" leidt met een eerder geïnstalleerd bodemenergiesysteem.

Kortom: voor gesloten bodemenergiesystemen geldt in beginsel uitsluitend een meldingsplicht op grond van het Besluit lozen buiten inrichtingen dan wel het Activiteitenbesluit. Daarmee zijn gesloten bodemenergiesystemen in beginsel niet vergunningplichtig.

In gebieden waar sprake is van grote drukte in de ondergrond, kunnen wij ons voorstellen dat dit niet wenselijk is voor gemeenten. Welke mogelijkheden bestaan er dan voor gemeenten om gesloten bodemenergiesystemen te reguleren?

Regulering gesloten bodemenergiesystemen

In het Besluit omgevingsrecht is op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder i van de Wabo een bepaling (artikel 2.2a, zesde lid) opgenomen die een omgevingsvergunning beperkte milieutoets ("OBM") verplicht stelt voor het installeren van:

− gesloten bodemenergiesystemen met een vermogen van 70 kW of meer;

− (alle) gesloten bodemenergiesystemen in een interferentiegebied (dat op grond van artikel 2.2b van het Besluit omgevingsrecht bij gemeentelijke- of provinciale verordening is aangewezen).

Op grond van artikel 2.2b van het Bor kunnen bij gemeentelijke of provinciale verordening interferentiegebieden worden aangewezen. Door het aanwijzen van een interferentiegebied worden alle gesloten systemen binnen het aangewezen gebied OBM-plichtig.

Met het aanwijzen van een interferentiegebied is het voor gemeenten dus mogelijk om een algeheel verbod op gesloten bodemenergiesystemen in te stellen voor bepaalde gebieden. Daarmee worden alle gesloten bodemenergiesystemen binnen dat gebied vergunningplichtig.

Het bevoegd gezag kan beleidsregels opstellen die het bij de vergunningverlening hanteert. In dergelijke beleidsregels kan bijvoorbeeld worden opgenomen dat gesloten bodemenergiesystemen slechts in een bepaald watervoerend pakket in de bodem zijn toegestaan. Op deze wijze is het voor gemeenten mogelijk om, vanwege drukte in de ondergrond, de regie te nemen wat betreft de installatie van gesloten bodemenergiesystemen.

Omgevingswet

Met inwerkingtreding van de Omgevingswet (naar verwachting) op 1 januari 2024, wijzigt het systeem iets.  De vergunningplicht voor gesloten bodemenergiesystemen met een bodemzijdig vermogen van >70 kW vervalt onder de Omgevingswet. De meldingsplicht voor gesloten bodemenergiesystemen blijft bestaan.

Gelijktijdig met de inwerkingtreding van de Omgevingswet, vervalt de grondslag voor het aanwijzen van interferentiegebieden. Dit betekent echter niet dat gemeenten onder de Omgevingswet geen mogelijkheden meer hebben om gesloten bodemenergiesystemen te reguleren. Alhoewel onder de Omgevingswet straks één omgevingsplan per gemeente geldt, kunnen gemeenten bepaalde gebieden aanwijzen waarbinnen specifieke regels voor bodemenergie gelden, zoals een vergunningplicht voor de aanleg en het gebruik van gesloten bodemenergiesystemen. Daarmee kunnen gemeenten feitelijk de huidige mogelijkheid tot het aanwijzen van interferentiegebieden voortzetten, alleen nu specifiek over de band van het omgevingsplan.  

Conclusie

Met de toenemende drukte in de ondergrond, is het voor gemeenten van belang om de regie te nemen over activiteiten in de ondergrond. Ten aanzien van de regulering van de gesloten bodemenergiesystemen hebben wij in dit blogbericht globaal de mogelijkheden nader uiteengezet. Wij zijn graag bereid om met gemeenten mee te denken over de mogelijkheden tot regulering van gesloten bodemenergiesystemen, zeker met het oog op de naderende inwerkingtreding van de Omgevingswet.

Deze blog is geschreven door Monique Rus en Reimer Helder en is onderdeel van het thema 'Duurzame Stad' in onze reeks over de Omgevingswet. Heeft u vragen naar aanleiding van onze blogs over de Omgevingswet? Neem dan gerust contact met ons op.

[1] Deltafact, Kennisimpuls waterkwaliteit, 4 januari 2020.

[2] Stb. 2013/112.

Download als pdf

Aanmelden nieuwsbrief 'Aftellen naar de Omgevingswet'

Specialist(en)