Afdeling advisering van de Raad van State is negatief over energiewet

20-02-2023

Op 6 februari jl. heeft de Afdeling advisering van de Raad van State advies uitgebracht over de voorgestelde Energiewet. Dit advies luidt niet positief. Het huidige voorstel is volgens de Raad van State op meerdere punten gebrekkig.

Meerdere doelen en functies Energiewet maken dat het wetsvoorstel 'meerdere gezichten heeft'

Met de Energiewet worden verschillende doelstellingen beoogd. Zo beoogt de wet de regelgeving voor de markt van elektriciteit en gas te moderniseren en te actualiseren en de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet samen te voegen. Daarnaast heeft de wet als doel om Europese regels, waaronder het 'Clean Energy Package', te implementeren. Ten derde worden in de wet enkele beleidsvoornemens uitgewerkt, waaronder onderdelen van het Klimaatakkoord. Uit het wetsvoorstel en de toelichting daarbij wordt volgens de Raad van State niet duidelijk welke doelstelling met welke onderdelen van de wet wordt beoogd.

Bijdrage aan beleidsdoelen onduidelijk omschreven

Wat betreft de beleidsdoelen die blijkens de toelichting in de wet zijn opgenomen, is de Raad van State van mening dat de memorie van toelichting blijk geeft van grote ambities van het wetsvoorstel op verschillende gebieden die samenhangen met de energietransitie, maar is het voorstel 'eerder beleidsarm dan dat die vraagstukken adequaat worden geadresseerd.' De voorstellen die worden gedaan zijn volgens de Raad van State verwoord in algemene termen en weinig precies toegelicht, waardoor onduidelijk blijft 'welke concrete bijdragen het voorstel levert aan de ondersteuning en stimulering van de energietransitie en aan het verwezenlijken van het doel van een schone en koolstofdioxide-arme energievoorziening, die ruimtelijk inpasbaar, veilig, betrouwbaar en betaalbaar is.'

Implementatie Europese richtlijnen hoort niet in deze wet

Omdat in het wetsvoorstel noch in de toelichting duidelijk is welke onderdelen van de wet welk doel dienen, zal het volgens de Raad van State voor parlementariërs lastig zijn om te weten op welke onderdelen de wet beleidsvoornemens bevat die geamendeerd kunnen worden en op welke onderdelen de wet pure implementatie van Europees recht betreft. Dit is ook in strijd met het uitgangspunt van zuivere implementatie, dat voorschrijft dat in een implementatieregeling geen andere regels worden opgenomen. Met het uitgangspunt van zuivere implementatie wordt voorkomen dat Europees recht, dat door het parlement alleen vertaald hoeft te worden naar Nederlands recht en waar dus geen wijziging in mogelijk is, onnodig lang blijft hangen in het wetgevingsproces. In dit geval is er overigens al sprake van een forse termijnoverschrijding. Een deel van de implementatie van Europese regels die in de Energiewet wordt geregeld (het Clean Energy Package), had reeds op 1 januari 2021 geïmplementeerd moeten zijn.

Samenvoeging elektriciteits- en gaswet onnodig en risicovol

De Raad van State vraagt zich voorts af wat de meerwaarde is van het samenvoegen van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet. De Raad van State wijst er in dit verband op dat, hoewel er overeenkomsten zijn tussen de Europese regels over gas en elektriciteit, er ook verschillen zijn tussen deze systemen. Ook ontwikkelen deze rechtsgebieden zich niet gelijkmatig. In de voorgestelde Energiewet wordt bovendien vooruitgelopen op het nieuwe Europese gaskader dat momenteel onderhandeld wordt. Omdat dit op dit moment nog geen Europees recht is, bestaat het risico dat de richtlijnen worden aangepast, waardoor onjuiste implementatie dreigt. Ook is het mogelijk dat het parlement deze bepalingen gaat amenderen en dat vervolgens nieuwe Europese richtlijnen worden aangenomen waardoor de wet of het wetsvoorstel opnieuw moet worden aangepast.

Andere gebreken wetsvoorstel

Ook op een aantal andere punten heeft de Raad van State commentaar op de voorgestelde Energiewet. Dit betreft commentaar op onder andere de bescherming van (kwetsbare) eindafnemers van energie, het ontbreken van een toets of burgers wel in staat zijn gebruik te maken van de nieuwe mogelijkheden die hen in de wet geboden worden om actief te worden op de energiemarkt, onvoldoende waarborging voor afstemming en prioritering bij investeringen in het elektriciteitsnet en onduidelijkheid over de rol van de nieuw op te richten 'gegevensuitwisselingsentiteit' die tot doel heeft toezicht te houden op de uitwisseling van energiedata.

Conclusie

Het commentaar van de Raad van State is fors en raakt aan de kern van het wetsvoorstel. Het advies vanuit de Raad van State is dan ook om het wetsvoorstel te heroverwegen. In het advies wordt door de Raad van State ook een aantal alternatieven voorgesteld, waaronder het uit elkaar halen van de in het wetsvoorstel beoogde doelen in aparte wetten. Naar verwachting zal er binnenkort een uitgebreide reactie van de minister volgen.

Dit is een Legal Update van Thijs Ahsmann en Monique Rus.

Download als pdf

Specialist(en)