De Hoge Raad oordeelt: Patiënt of nabestaande heeft geen recht op inzage in calamiteitenrapport

13-02-2023

Zorgaanbieders zijn wettelijk verplicht om een calamiteit (een incident in de zorgrelatie met ernstige schade of overlijden tot gevolg) te onderzoeken en daarvan bij de toezichthouder melding te maken. Steeds meer zorginstellingen kiezen er vrijwillig voor om de uitkomst van dat onderzoek, het calamiteitenrapport, te delen met de patiënt of diens nabestaande. Bij de Hoge Raad lag de vraag voor of daartoe een verplichting bestaat.

De zaak had een trieste aanleiding: een patiënt die in een GGZ-instelling verbleef had zich van het leven beroofd. Naar aanleiding van de suïcide had de zorginstelling onderzoek verricht en men was tot de conclusie gekomen dat er sprake was van een calamiteit. De zorginstelling meldde de calamiteit bij de toezichthouder en verstrekte daarbij het calamiteitenrapport (een PRISMA-analyse). Bij de ouders van de overledene speelden vragen over de omstandigheden rondom de suïcide en zij vorderden inzage in het calamiteitenrapport (met een beroep op artikel 843a Rv).

De rechtbank en het hof waren eensgezind van oordeel dat de ouders geen recht op inzage in het calamiteitenrapport toekomt. Daartoe was redengevend dat het rapport onder de bescherming van het interne incidentenregister valt (artikel 7 lid 2 Wkkgz). De wetgever heeft het van belang geacht dat zorgverleners veilig kunnen melden zonder vrees voor consequenties en heeft om die reden bepaald dat dergelijke gegevens niet in een civielrechtelijke procedure als bewijs mogen worden gebruikt (artikel 9 lid 6 Wkkgz). De feitenrechters wezen het verzoek dus af, waarna de nabestaanden in cassatie gingen.

De Advocaat-Generaal maakte in zijn conclusie korte metten met het oordeel van rechtbank en hof. Hij wees erop dat de beschermingsbepaling van artikel 9 lid 6 Wkkgz een uitzondering biedt voor gegevens met betrekking tot een calamiteit. Indien blijkt dat een intern gemeld incident kwalificeert als calamiteit, vervalt daarmee de bescherming en kan de nabestaanden naar het oordeel van de A-G wel een inzagerecht toekomen.

De Hoge Raad gaat daar in haar uitspraak van 10 februari 2023 (ECLI:NL:HR:2023:202) niet in mee en geeft een heldere uitleg over de betekenis van artikel 9 lid 6 Wkkgz. Hij oordeelt dat in het geval van een calamiteit uitsluitend de zorgaanbieder zelf en de inspectie (en in uitzonderingsgevallen het Openbaar Ministerie) de gegevens uit het interne incidentenregister mogen gebruiken om maatregelen te treffen. Aan anderen, zoals de patiënt of nabestaande, komt geen recht toe om gegevens uit het interne incidentenregister in te zien, ongeacht of er sprake is van een calamiteit. De Hoge Raad laat daarmee het algemeen belang van een hoge meldingsbereidheid onder zorgverleners prevaleren boven het individuele belang van de patiënt of nabestaande die duidelijkheid wenst.

Dat patiënten en nabestaanden geen inzagerecht in het calamiteitenrapport toekomt, laat overigens onverlet dat zorgaanbieders op basis van artikel 10 lid 3 Wkkgz de verplichting hebben om hen te informeren over incidenten in de zorgrelatie. Aan die verplichting kan invulling worden gegeven door inzage te bieden in het (calamiteiten)rapport, maar dat mag dus ook op een andere wijze.

Dit is een Legal Update van Petra klein Gunnewiek en Jonna De Clerck.

Download als pdf

Specialist(en)