EU-Implementatiewet: Wijzigingen in de faillissementswet in 2023

05-01-2023

Met de intrede van het nieuwe jaar is de Implementatiewet richtlijn herstructurering en insolventie (Implementatiewet) in werking getreden. Deze Implementatiewet voert wijzigingen door in de Faillissementswet op grond van de Europese richtlijn herstructurering en insolventie (Richtlijn (EU) 2019/1023). Het doel van deze Richtlijn is om de onderlinge verschillen tussen de nationale insolventie- en herstructureringsprocedures van EU-lidstaten te verkleinen. Dit komt de rechtszekerheid, efficiëntie en transparantie van het Europese insolventie- en herstructureringsrecht ten goede. In deze Legal Update worden de belangrijkste wijzigingen op hoofdlijnen voor u op een rij gezet.

De wijzigingen op een rij

De Richtlijn richt zich op vier hoofdonderdelen, die ook allemaal in meer of mindere mate terugkomen in de Implementatiewet.

Preventieve herstructureringsstelsel

Het eerste onderdeel verplicht lidstaten te voorzien in een preventief herstructureringsstelsel waarmee ondernemingen in financiële moeilijkheden in staat worden gesteld om hun schulden te herstructureren. In Nederland is deze verplichting al grotendeels geïmplementeerd in de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA). Toch zijn ook daarin enkele wijzigingen noodzakelijk gebleken.

Zo is bij de start van een WHOA-traject bij een MKB-onderneming voortaan op voorhand instemming vereist van de schuldenaar. Het is dus niet langer mogelijk om tegen de wil van een MKB-onderneming een herstructureringsdeskundige aan te wijzen. Verder zijn er wijzigingen die de bescherming van kredietverschaffers van de schuldenaar uitbreiden. Allereerst zal artikel 42a Fw worden uitgebreid. Daarin staan rechtshandelingen beschreven waarvoor de rechtbank een machtiging kan verlenen, zodat deze in een eventueel opvolgend faillissement niet kunnen worden aangetast door de curator op grond van de faillissementspauliana. Onder de WHOA bestond die mogelijkheid al voor rechtshandelingen die noodzakelijk waren voor de voortzetting van de onderneming. De Implementatiewet breidt deze mogelijkheid uit met rechtshandelingen die verband houden met de voorbereiding, stemming en homologatie van het akkoord. Deze uitbreiding is met name relevant voor financiers van herstructureringen en zal de financierbaarheid van WHOA-akkoorden ten goede komen. Ook het verstrekken van nieuwe financiering voor de daadwerkelijk uitvoering van het akkoord wordt met de invoering van de Implementatie vergemakkelijkt. Doordat de rechtbank voortaan verplicht is om de noodzakelijkheid van eventuele nieuwe financiering te toetsen, wordt de verstrekte financiering bij een eventueel opvolgend faillissement beschermd tegen vernietigingsacties van de curator.

Verplichte waarschuwing van OR

De Implementatiewet introduceert daarnaast nieuwe verplichtingen op grond waarvan de Ondernemingsraad vroegtijdig moet worden gewaarschuwd voor een eventueel dreigend faillissement. Op grond van het huidige Nederlandse faillissementsrecht zijn bestuurders al verplicht om in geval van een dreigend faillissement tijdig stappen te nemen om verliezen te beperken en insolventie te voorkomen. De Implementatiewet regelt nu dat ook de OR vroegtijdig in dit proces wordt betrokken. Zo moet een negatieve accountantsverklaring onverwijld door de accountant aan de OR worden toegezonden en moet de OR zo spoedig mogelijk worden geïnformeerd over de start van een WHOA-procedure.

Kwijtscheldingsregeling voor ondernemers

Een ander hoofdonderwerp van de Richtlijn betreft de verplichting tot het implementeren van een kwijtscheldingsregeling voor ondernemers. In Nederland kennen we al langer een regeling op grond waarvan schulden van een natuurlijk persoon kunnen worden kwijtgescholden na het doorlopen van een schuldsaneringstraject, namelijk de Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP). Slechts op één punt wordt de huidige WSNP-regeling nu aangepast. Deze aanpassing betreft de mogelijkheid tot verlenging van de kwijtscheldingstermijn. Op grond van de Nederlandse WSNP kon de kwijtscheldingstermijn waar nodig worden verlengd van drie naar vijf jaren. Met de Implementatiewet wordt deze bepaling aangescherpt. De kwijtscheldingstermijn kan voortaan alleen nog worden verlengd indien de aard van de schulden daartoe aanleiding geeft of de schuldenaar niet aan al zijn uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen kan voldoen.

Overige onderwerpen

Tot slot richt de Richtlijn zich ook nog op twee andere onderwerpen, waaronder de verhoging van de efficiëntie en transparantie van insolventie- en herstructureringsprocedures. De Implementatiewet stelt voorwaarden aan de aanstelling en het ontslag van insolventiefunctionarissen (lees: curatoren, bewindvoerders, herstructureringsdeskundigen en observatoren). Zo worden er eisen gesteld aan de deskundigheid van de functionarissen, moeten schuldenaren de mogelijkheid krijgen om het ontslag van de functionaris te verzoeken, en moet in elke procedure verplicht een toezichthoudende rechter-commissaris worden aangesteld. Op rechtspraak.nl kunt u de voorwaarden raadplegen die per 1 januari 2023 van kracht zijn geworden.

Heeft u aanvullende vragen of wilt u graag meer weten over de Implementatiewet of het insolventierecht? Neem dan gerust contact op met één van onze specialisten.

Dit is een Legal Update van Rhea Bask.

Download als pdf

Specialist(en)