Hoge Raad oordeelt over grensoverschrijdend gedrag in een afhankelijkheidssituatie

28-06-2022

Op 24 juni 2022 heeft de Hoge Raad geoordeeld (ECLI:NL:HR:2022:950) dat er geen ruimte is voor de vuistregel dat seksueel grensoverschrijdend gedrag in een afhankelijkheidssituatie, zoals tussen docent en student, in beginsel kwalificeert als ernstig verwijtbaar handelen.

Casus

In de zaak waar de Hoge Raad uitspraak over deed ging het om het volgende. Een docent bewegingsleer van de toneelacademie had zich meerdere keren schuldig gemaakt aan seksueel grensoverschrijdend gedrag richting zijn studentes. Onder meer had hij een studente een volledige lichaamsmassage gegeven tijden een massage-les en een andere studente op de billen getikt met de mededeling dat hij dat al langer had willen doen. De docent was voor soortgelijk gedrag al twee keer gewaarschuwd en de hogeschool had hem zelfs elke vorm van fysiek contact tijdens de les verboden.

Procesverloop

Naar aanleiding van deze incidenten heeft de hogeschool de kantonrechter Limburg verzocht om de arbeidsovereenkomst met de docent te ontbinden op grond van verwijtbaar handelen. De hogeschool verzocht de kantonrechter ook om te oordelen dat sprake was van ernstig verwijtbaar handelen, zodat de docent geen recht zou hebben op de transitievergoeding. De hogeschool won de zaak bij de kantonrechter, maar de docent ging in hoger beroep.

Het gerechtshof Den Bosch oordeelde dat de kantonrechter de arbeidsovereenkomst terecht had ontbonden op grond van verwijtbaar handelen, maar dat geen sprake was van ernstig verwijtbaar handelen. De docent had dus wel recht op een transitievergoeding. De hogeschool was het hier niet mee eens en ging in cassatie.

De Advocaat-Generaal, die de Hoge Raad adviseert, heeft gepleit voor de vuistregel dat seksuele intimidatie in een afhankelijkheidsrelatie in beginsel, behoudens bijzondere omstandigheden, ernstig verwijtbaar is. De Hoge Raad is daar in zijn arrest niet expliciet op ingegaan, maar was wel kritisch op het hof. De Hoge Raad oordeelde dat door het hof onvoldoende was gemotiveerd waarom het gedrag van de docent wel verwijtbaar, maar niet ernstig verwijtbaar was. De zaak moest opnieuw worden behandeld door een ander hof. Met een uitgebreidere motivering kwam het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden tot hetzelfde oordeel als het Gerechtshof Den Bosch. Dat was voor de hogeschool reden om opnieuw in cassatie te gaan.

Oordeel Hoge Raad

Zo kwam deze zaak voor de tweede keer bij de Hoge Raad. De hogeschool meende onder meer dat het hof de vuistregel had miskend dat naar huidige maatschappelijke maatstaven seksueel grensoverschrijdend gedrag in een afhankelijkheidsrelatie in beginsel ernstig verwijtbaar handelen inhoudt.

De Hoge Raad heeft op 24 juni 2022 als volgt geoordeeld. Uit de wet volgt in welke gevallen de werknemer recht heeft op een transitievergoeding en welke uitzonderingen daarop bestaan. Een van die uitzonderingen doet zich voor bij ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer. Deze uitzonderingsgrond moet terughoudend worden toegepast en bij de beoordeling of daarvan sprake is moeten alle omstandigheden van het geval worden betrokken. Gelet daarop kan naast het handelen of nalaten van de werknemer ook het handelen of nalaten van de werkgever meewegen. Daarmee strookt volgens de Hoge Raad niet om de rechter ertoe te verplichten om tot uitgangspunt te nemen dat specifiek gedrag van een werknemer kwalificeert als ernstig verwijtbaar handelen of nalaten en daarmee het onderzoek te beperken tot de vraag of sprake is van uitzonderlijke omstandigheden waardoor de werknemer toch geen ernstig verwijt treft. Het aannemen van een vuistregel zou volgens de Hoge Raad afbreuk doen aan de verantwoordelijkheid van de werkgever om grensoverschrijdend gedrag in zijn organisatie zoveel mogelijk te voorkomen.

Heeft u vragen over (seksueel) grensoverschrijdend gedrag? Bekijk dan onze themapagina of neem contact op met één van onze specialisten.

Dit is een Legal Update van Lisa Schouten.  

Download als pdf

Specialist(en)