Wetsvoorstel bestuur en toezicht rechtspersonen aangenomen in Eerste Kamer

12-11-2020

In onze Legal Update van 30 januari 2020 attendeerden wij u erop dat het Wetsvoorstel bestuur en toezicht rechtspersonen was aangenomen door de Tweede Kamer. Inmiddels heeft ook de Eerste Kamer het wetsvoorstel aangenomen. Daarmee is – 6 jaar na het eerste ontwerp van het voorstel – de inwerkingtreding van de wet eindelijk aanstaande. De datum van inwerkingtreding is nog niet officieel bekend gemaakt, maar de verwachting is dat de wet per 1 januari 2021 van kracht wordt.

In zijn algemeenheid wordt met de wet beoogd de regeling voor bestuur en toezicht bij de vereniging, de coöperatie, de onderlinge waarborgmaatschappij (OWM) en de stichting aan te vullen, te verduidelijken en (zo veel mogelijk) te harmoniseren met de regelingen van de BV en NV die al in 2013 verder zijn aangepast.

Hieronder vindt u een kort overzicht van de belangrijkste wijzigingen die zullen worden doorgevoerd:

1. Introductie van een wettelijke regeling over de raad van commissarissen bij de vereniging en de stichting

Alhoewel het op dit moment al mogelijk is om bij de vereniging en de stichting een raad van commissarissen (RvC) in te stellen, voorziet de huidige wet nog niet in een uitdrukkelijke wettelijke grondslag voor het instellen en functioneren van dit orgaan. De nieuwe wet voorziet in deze leemte.
De regeling is in belangrijke mate in lijn met de bestaande regelingen voor de BV, NV, coöperatie en OWM.

2. Introductie van een wettelijke regeling voor een one tier board bij de vereniging, coöperatie, OWM en stichting

In de praktijk wordt bij de vereniging, coöperatie, OWM en stichting geregeld gewerkt met een bestuur, bestaande uit uitvoerende en niet-uitvoerende bestuurder (ook wel: one tier board). Een wettelijke basis ontbreekt op dit moment; het bestuursmodel wordt nu gebaseerd op een interne taakverdeling. Met de nieuwe wet krijgt dit bestuursmodel een wettelijke basis, die in grote lijnen gelijkloopt met de regeling bij de BV en NV. Met name voor de structuurcoöperatie en structuur-OWM – waar nu verplicht een RvC moet worden ingesteld – voorziet dit in een behoefte.

3. Uniformering van de norm voor taakvervulling door bestuurders en commissarissen

In navolging van de regeling bij de BV en NV wordt uitdrukkelijk in de wet vastgelegd dat de bestuurders en commissarissen van een vereniging, coöperatie, OWM en stichting zich bij de vervulling van hun taak richten naar het belang van de rechtspersoon en de met haar verbonden onderneming/organisatie (al naar gelang het geval).

4. Uniformering van tegenstrijdig-belangregeling

Op dit moment geldt bij de vereniging, coöperatie en OWM nog dat, indien de rechtspersoon een tegenstrijdig belang heeft met een of meer bestuurders of commissarissen, de algemene vergadering een of meer personen kan aanwijzen om de rechtspersoon te vertegenwoordigen; het bestuur is dan niet meer bevoegd. Bij de stichting ontbreekt een regeling überhaupt. In de nieuwe wet gaat bij de vereniging, coöperatie, OWM en stichting een vergelijkbare regeling als bij de BV en NV gelden. Die houdt – kort gezegd – in dat een geconflicteerde bestuurder/ commissaris niet mag deelnemen aan de beraadslaging en besluitvorming over het relevante onderwerp; de vertegenwoordigingsbevoegdheid van bestuurders blijft echter onaangetast.

5. Uniformering van de ontstentenis- en beletregeling

De statuten van een vereniging, coöperatie, OWM en stichting moeten voortaan – net als de statuten van een BV en NV – voorzien in een ontstentenis- en beletregeling voor het geval sprake is van ontstentenis of belet van alle leden van het bestuur en (indien ingesteld) de RvC.

6. Uniformering van regels voor aansprakelijkstelling in geval van faillissement

Bij verenigingen of stichtingen die vennootschapsbelastingplichtig zijn, of semipubliek zijn en op grond van sectorale wet- en regelgeving een jaarrekeningplicht hebben, wijzigt de regeling voor de aansprakelijkheid van bestuurders en toezichthouders bij faillissement:

  1. het kennelijk onbehoorlijk bestuur of toezicht staat onweerlegbaar vast wanneer het bestuur niet heeft voldaan aan de administratieplicht of wanneer de jaarrekening niet tijdig is gepubliceerd; en
  2. er wordt vermoed (weerlegbaar) dat de onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak is van het faillissement.

7. Uniformering van de beperking van meervoudig stemrecht binnen het bestuur

De beperking ten aanzien van meervoudig stemrecht, zoals deze nu al geldt voor bestuurders van een BV en NV, gaat ook voor alle andere rechtspersonen gelden. Een commissaris of bestuurder van een rechtspersoon kan binnen zijn orgaan niet méér stemmen uitbrengen dan de andere leden tezamen. Bestaande statutaire regelingen mogen nog tot uiterlijk 5 jaar na inwerkingtreding van de wet worden gehandhaafd; daarna vervallen deze automatisch.

8. Modernisering van criteria voor ontslag bestuurders en commissarissen van een stichting

Onder de huidige wet kan een bestuurder van een stichting slechts door de rechtbank worden ontslagen op grond van – kort gezegd – financieel wanbeheer of het niet-opvolgen van een rechterlijk bevel. Met de wetswijziging worden de ontslaggronden verruimd naar ontslag wegens verwaarlozing van zijn taak, een ingrijpende wijziging van omstandigheden waardoor het in functie blijven niet langer kan worden geduld of wegens andere gewichtige redenen. Dit ontslag brengt van rechtswege een bestuursverbod van vijf jaren met zich mee.

Tijdens iura actua online Vennootschapsrecht van 24 november 2020 zullen wij u nader informeren over (onder meer) dit onderwerp. Wilt u meer weten over iura actua oline Vennootschapsrecht of één of meerdere deelsessies bijwonen? Klik dan hier.

Dit is een Legal Update van Martijn van Steensel en Mariel Vrielink.

Download als pdf

Specialist(en)